Transparante strook

Spelling woorden uit het Frans

Schrijf achter de zin het vetgedrukte woord als een Frans leenwoord.

Ken jij het verschil tussen stoep en voetpad?
De eerste minister houdt een redevoering.
Het slachtoffer werd op een draagbaar gelegd.
Moeder bestelde in het restaurant een eetmaal.
Een wc moet goed schoongehouden worden.
De vrachtwagenchauffeur zit in zijn bestuurdershokje.
Ik ga me niet met die zaak bemoeien.
Neem je vanavond nog een stortbad?
Veerle koopt een taart bij de banketbakker.
De bestelwagen slipte in de bocht.
De ingang is aan de achterzijde.
Die zanger is heel geliefd.