Transparante strook

Spelling woorden uit het Frans

Zoek in elke zin twee woorden die uit het Frans komen.
Typ het eerste woord van de zin in de eerste invulstrook, het tweede in de tweede invulstrook achter de zin.

1. We namen ons diner in een restaurant.
2. De ingenieur kijkt op zijn horloge.
3. De zaak van de patissier is failliet.
4. Onze premier lichtte de details van de nieuwe wet toe.
5. De medaille steekt in mijn portefeuille.
6. Ik beluister een cassette in de camionette.
7. Anja hoopt carrière te maken bij de douane.
8. De coiffeur wacht op het trottoir.
9. Ik volg op tv een debat over het milieu.
10. In het pension eet kleine broer een croissant.