Transparante strook

Spelling verkleinwoorden

Maak van de twee vetgedrukte woorden één verkleinwoord.

Zij huren een kleine woning.
Een kleine paraplu beschermt me tegen de regen.
Hoeveel betaalde je voor die kleine sla?
Jeroen haalt een kleine radio uit zijn zak.
Het sprookje gaat over een kleine koning.
Leo maakt een kleine tekening op de vloer.
De druppel maakt een kleine kring op het water.
De kleine vogel vliegt naar zijn nest.
De kleine kano drijft in het water.
Ivan maakt een kleine buiging voor het publiek.
Door een kleine opening viel het licht naar binnen.
Sluit jij de kleine poort?
Laat een klein raam openstaan.
Wij maken een kleine wandeling naar het dorp.